Hoe fanatiek we ook worden, bij tafeltennis of bij poolen, Akrissers blijven leuke mensen. Vooral Louise, één van de normalere leden, is altijd in voor een gezellig praatje, ook als de wedstrijd verloren is. Maar dat Akris een club is met normale leden, betekent niet dat iedereen die tafeltennist normaal is. Ik denk soms zelfs dat wij de uitzondering zijn op de regel. Je hebt namelijk wel wat standaard typetjes die achter de tafel te zien zijn. Hieronder zet ik de meest voorkomende typetjes op een rij: de te fanatiekeling, de huilers en de agressieveling.
De fanatiekeling
De meest bekende vind ik toch wel de fanatieke speler. Deze heb je trouwens ook in vele soorten en maten. Er zijn mensen die vijf keer per week trainen en nog steeds geen stap verder komen (het is niet aardig om mijn vader zo te beledigen, maarja). Maar de leukste fanatiekelingen zie je tijdens de wedstrijden. Ik kan me namelijk amuseren met het kijken naar mensen die heel hard woorden zoals “SHOE” of “DOE RUSTIG” (werkt vrij averechts..) schreeuwen. Een andere fanatiekeling is natuurlijk het meisje van zestien met een rode plek op haar been omdat ze zichzelf een corrigerende tik gegeven heeft met haar batje. Je zou zeggen dat dit heel raar is, maar raar is dan ook wel de norm in de tafeltenniswereld.
De huiler
Je hebt natuurlijk ook de befaamde huilers. Tijdens de competitie werd het zelfs een sport om zoveel mogelijk mensen te laten huilen. Ik heb die wedstrijd van mijn teamgenoten verloren, omdat ik maar vijf mensen liet huilen (zeer tragisch). De leukste huilebalk die ik in mijn tafeltenniscarrière ben tegengekomen was iemand uit Weert. Hij verloor van mijn teamgenoot nadat hij vijf matchpoints had verspeeld, verloor toen van mij met 12-14 in de vijfde set. Is daarna een half uur niet gezien (zat ergens in het kleedlokaal te huilen) en heeft daarna bijna geen punt gepakt in zijn laatste wedstrijd. Deze gast is daarna onze teamgenoot geworden. Wat is de wereld toch klein.
De agressieveling
Als je verliest (wat vaak gebeurt als je tegen mij speelt) kan je huilen, maar je kan ook boos worden. Ik kan daar wel van genieten, iemand die helemaal los gaat om dit spelletje. Ik heb vorig jaar bijvoorbeeld een toernooi gespeeld, waar ik een wedstrijd heb gewonnen omdat de tegenstander opgaf en me buiten wel zou opwachten. Blijkbaar is het heel asociaal om te vragen of iemand alsjeblieft het balletje op zou willen gooien. Bij nader inzien, moet ik zelf ook gewoon niet zo asociaal zijn. Het gebeurt namelijk wel vaker dat iemand boos wordt, zo heeft natuurlijk iedereen wel een keertje een batje naar zijn hoofd gegooid gekregen, toch?
Over het algemeen zijn tafeltennissers dus vreemde vogels (bidsprinkhanen mag van mij ook, wil je in het thema van Akris blijven), maar gelukkig staan de meeste mensen blij achter de tafel te spelen. Dit zie ik dan ook zeker terug bij Akris, maar ik zie vooral dat de derde helft het tafeltennis overtreft.